Zoeken in deze blog

Powered By Blogger

woensdag 22 december 2010

De allerbeste wensen voor 2011


Dat 2011 iedereen mag brengen wat ze wensen...
In elk geval wenst New Broom iedereen een heel gelukkig en opgeruimd 2011!

Drie gouden regels over spullen bewaren

Bewaren of weggooien? Voor veel mensen blijft het een dilemma... De kerstvakantie is een mooie tijd om eens kritisch rond te kijken in je huis of kantoor en na te denken over wat je wilt met je spullen.

Drie gouden regels over het bewaren van spullen:

1. Bewaar dichtbij wat je vaak nodig hebt, en ver weg wat je niet zo vaak nodig hebt.Je kinderboeken wil je misschien bewaren, maar kunnen best naar zolder toe – ze hoeven niet binnen handbereik te zijn. Andere dingen misschien wel, zoals enveloppen en postzegels voor wie veel postverkeer heeft. En kantoorartikelen: pennen, nietmachine, post its en paperclips.

2. Vraag jezelf af waarom je iets wilt bewaren.Ga je dit echt gebruiken (nu of in de afzienbare toekomst)? Ga je dit herlezen (nu of in de afzienbare toekomst)? Als je enige argument is dat het zonde is om weg te gooien, kun je ook kijken of je het kunt verkopen op Marktplaats.nl, of naar de kringloop brengen. Dingen waar stof op komen zijn een duidelijke kandidaat hiervoor!

3. Bewaar dingen op de plek waar je ze gebruikt. Denk na over waar je iets gebruikt en zorg dat je spullen daar ook kunt vinden.
Toiletspullen kunnen in de badkamer, maar ook in een mandje naast je bed, als dat er voor zorgt dat je wel je tanden gaat flossen. Wat je nog wilt lezen, gaat naast je bed of naar beneden om in de woonkamer te lezen.

Drie gouden regels voor de post (kerstkaarten uitgezonderd)

Je hoeft niet thuis te werken om een thuiskantoor te hebben. Iedereen heeft wel zoiets, al is het maar een hoekje van de keukentafel. Je moet toch ergens je rekeningen betalen! Maar wat te doen met alle post die binnenstroomt...?

Drie gouden regels om overzicht te houden:

1. Beslis meteen wat je doet met wat er binnenkomt, op het moment dat je het openmaakt.Dat betekent niet dat je ook meteen er iets mee moet gaan doen, maar wel dat voor jezelf helder is wat de volgende stap is.

2. Geef je post of e-mail een plaats in de tijd en ruimte.
Tijd • Kijk of er een deadline aan vast zit (datum van een evenement, datum waarvoor je moet reageren op bepaalde post). Bepaal mede op basis daarvan wanneer je er tijd aan wilt besteden en schrijf dat in je agenda.
Ruimte • Maak vier plekken op of rond je bureau en in je inbox van de computer met de onderstaande functies:
a. Actie – dingen waar je iets mee moet doen
b. Afwachten – dingen die anderen moeten doen en waar je over een tijdje op terugkomt
c. Lezen – dingen die meer tijd kosten om rustig door te lezen
d. Bewaren – dingen waar je niets mee moet, maar die je wel moet bewaren

Van je post zijn dit bijvoorbeeld de volgende dingen:
a. Actie – rekeningen die je moet betalen
b. Afwachten – je laatste declaratie die je naar je ziektekostenverzekeraar hebt gestuurd
c. Lezen – tijdschriften, nieuwsbrieven, kranten-(artikelen)
d. Bewaren – je loonstrook, afschriften van je rekening

3. Wees kritisch over wat er binnenkomt: heb je de komende periode tijd en ruimte in je leven hiervoor?Je kunt niet alles lezen wat er binnenkomt; dan is je dag vol zonder dat er iets uit je handen komt. Probeer zo min mogelijk te bewaren; het is belangrijker om te weten waar je iets kunt vinden als je het nodig hebt. Internet is daar natuurlijk heel handig voor in te zetten.

dinsdag 30 november 2010

De kracht van de herhaling

Zoals het werkt met reclameboodschappen, zo werkt het met heel veel dingen in het leven: ze blijven beter hangen naarmate je er vaker mee in aanraking komt.

Ook nieuwe werkgewoontes moeten tijd hebben om in te slijten. Wetenschappelijk wordt 21 dagen als een vuistregel aangehouden om een nieuwe gewoonte in de vingers te krijgen. Wat voor gewoonte dan ook: 's morgens verschillende kleuren sokken aan doen, niet meer snoepen tussen maaltijden door of aan het einde van je werkdag je dingen voor de volgende dag klaarleggen.

En dan nog ga je soms de mist in. Dat is géén schande! Kleine stapjes nemen en elke dag dat het goed gaat, is gewonnen.

Een paar tips om te zorgen dat je nieuwe werkgewoonte geen bevlieging blijft, maar een plek krijgt in je leven:

1. Wees realistisch en concreet. Kies voor een aanpassing in je normale routine die ook echt reëel is. Wil je bijvoorbeeld leren om de rotklussen niet steeds onderop je stapel te schuiven, plan dan in je agenda twee keer per week een half uur speciaal voor rotklussen. (Noem het in je agenda ook zo. Maak een apart bakje: Rotklussen.)

2. Beloon jezelf als je hebt volgehouden. Als je je nieuwe gewoonte een week hebt gedaan, doe dan iets dat je leuk vindt. Wat het is hangt af van je functie en de vrijheid die je hebt om je tijd in te delen.

3. Maak aanpassingen als blijkt dat het niet werkt. Voer de frequentie op, of breng hem naar beneden. Doe iets langer of korter als je denkt dat het beter zal gaan.

4. Maak anderen bekend met je voornemen. Niets zo fijn als supporters! Zo kom je ook minder snel onder je taak uit. Wie weet inspireer je anderen met je nieuwe gewoonte.

Heb je al een idee welke gewoonte je gaat starten?
Wil je weten hoe je dat het beste kunt vormgeven, mail me dan voor de gouden tip voor jouw situatie! Mijn adres vind je elders op deze pagina.

Beeld: Denkbeeldenstorm

donderdag 18 november 2010

Slim zoals de e-mailvrije manager

Ik zag op YouTube een prachtig interview met Wouter van Dieren, e-mailvrije manager.

Waar zijn de tijden dat e-mail nog een functie was die voor slechts enkele uitverkorenen beschikbaar was? En de geschreven interne communicatie in een organisatie vooral door middel van memo's gebeurde? Ver, vér achter ons.

Met het nieuwe fenomeen is ook een nieuwe omgangsvorm nodig. Want niet alle onderwerpen zijn geschikt voor e-mail. Haastklussen, last-minute afzeggen van afspraken, hele vertrouwelijke onderwerpen... Liever niet.

Nog vier tips om slimmer te e-mailen:

1. Een bericht heeft een onderwerpsregel. En niet voor niets! Schrijf duidelijk wat het onderwerp is. Niet 'Financiën', maar 'Budget 2011 Afdeling X - graag feedback', als je wilt dat je ontvanger meteen begrijpt waarover je schrijft.

2. Begin je dag NIET met het lezen van e-mail. Tenzij je woordvoerder bent, of reserveringsmedewerker in een hotel, kun je beter een uur lang gaan doen wat jij zélf van plan was, dan je inbox je prioriteiten van de dag laten bepalen. Open je mail pas na een uur of anderhalf uur; zo maak je voortgang in je acties.

3. Bepaal bij lezing meteen wat er met een e-mail moet gebeuren. Klaar, afgehandeld? Deleten of archiveren. Kort antwoord? Doe het meteen. Lang antwoord, of uitzoekwerk nodig? Plan in wanneer je het gaat doen.

4. Groepeer e-mail, zodat je niet achterhaald bezig bent. Niets zo ergerlijk als een mail die je tijd kost, waarbij je er vier mailtjes hoger in je inbox achter komt dat het niet meer nodig was. Of je iets totaal anders had moeten doen. Gebruik wizardregels om mails van klanten, afdelingen of projectgroepen in één mapje te laten binnenkomen. Zo blijf je bij de tijd en hou je focus!

donderdag 4 november 2010

Een tsunami aan speelgoed

De decembermaand… Betekent, in elk geval voor gezinnen met kinderen, dat er weer een heleboel spullen het huis in komen. Als het aan de kinderen ligt: de integrale Intertoysfolder graag. En die van Bart Smit ook, als de inpakpieten nog papier over hebben. Hoe voorkom je een tsunami aan speelgoed, helemaal als je zelf ook geniet van shoppen?

1. Kijk heel kritisch naar wat je kinderen thuis nog hebben. Waar spelen ze mee? Wat kan weg? Maak een grote zak voor de kringloop en ga met je kinderen door hun speelgoed heen. Laat ze minstens drie dingen uitzoeken die ze niet meer gebruiken.

2. Gooi weg wat kapot is, incompleet of anderszins niet meer werkzaam. Die puzzel met dat ene missende stukje: helaas. De Barbie met het gebroken been – weg ermee.

3. Bedenk van te voren wat je wilt uitgeven per kind. Probeer je daar aan te houden! Lijstjes maken helpt, net als folders doorbladeren voor aanbiedingen.

4. Ga voor de lange termijn. Wat echt tijdloos is, zijn dingen als Lego, Duplo, Playmobil, blokken… Wat dit speelgoed gemeen heeft is dat je met veel fantasie meerdere verhalen kunt bedenken. Kijk wat je daarvan hebt; vraag Sinterklaas eventueel om een aanvullende set. Is je kind bevangen door een rage, zoals bijvoorbeeld Bakugan, waarvan je bang bent dat de liefde snel over is? Zorgt dat Sinterklaas één ding uit die serie koopt, maar ga niet ‘los’ in de speelgoedwinkel.

5. Koop dingen die weinig plaats in nemen of vanzelf verdwijnen. Bijvoorbeeld knutselspullen of verf. Sinterklaas denkt bij voorkeur ook alvast na wáár het speelgoed kan worden bewaard. Als hij echt in zijn element is koopt hij bijvoorbeeld een mooie box op wielen voor onder het kinderbed – meteen een plekje!

Veel succes!

Beeld: Coffeego

maandag 1 november 2010

Angst om iets weg te gooien

Pleinvrees, daar hebben veel mensen wel eens van gehoord: de angst voor grote open ruimtes. Maar weggooiangst…? Toch is dat een veel meer voorkomende angst. Bijna iedereen heeft er in meer of mindere mate last van.

Weggooiangst is heel menselijk, al zijn er veel gradaties aan te geven. In extreme vormen noem je het ‘hoarding’, de Engelse term voor wat een eekhoorn in de winter doet: verzamelen, verzamelen, tot je huisje uit zijn voegen barst. Bij mensen zie je dan situaties ontstaan waarvoor je de GGD moet laten komen, omdat het mensen betreft die dichtslibben in hun eigen huis, dat vol oud papier, spullen en – soms- ook vuilnis staat.

Maar dat zijn dus extremen. Het weggooien van spullen, ook van documenten, is best lastig. En wel om drie redenen:
1. Weggooien is definitief: weg is weg
2. Weggooien kost tijd: je moet nadenken of je iets nog wilt bewaren, of niet
3. Weggooien is emotioneel: je neemt afscheid van iets

Laten we beginnen met reden 1: weg is weg. Hoe kun je dat argument omzeilen? In deze digitale wereld bestaan daar veel alternatieven voor. Van dingen die je mooi vindt, maar niet – meer – wilt bewaren, kun je een digitale foto maken. Zo kun je er altijd nog een keer naar kijken. Dat geldt ook voor documenten: liever een harde schijf vol, dan een kast vol. Heb je documenten niet digitaal? Scan ze dan in! En: weg is weg kan ook juist een gevoel van opluchting geven.

#2: Weggooien kost inderdaad tijd. Dat besluit kun je het beste zo snel mogelijk nemen nadat je iets krijgt of koopt. Denk bijvoorbeeld aan de lectuurmand; bij uitstek een dichtslibber van jewelste. Ga er eens kritisch doorheen; wat je in de komende week niet meer kunt of wilt lezen kan naar het oud papier. Ik ken iemand die is geëmigreerd met een verhuisdoos vol ongelezen zaterdagkranten en tijdschriften. Echt waar! Leuk voor een regenachtige middag, maar een klassieker geval van informatiestress is er bijna niet.

Ten derde: afscheid nemen van iets kan inderdaad emotioneel zijn. Maar wees realistisch: net als je geen volwaardige vriendschappen kunt onderhouden met 986 mensen – zelfs niet op Hyves! – kun je ook geen emotionele band houden met grote hoeveelheden spullen of documenten. Maak een keuze: wat is écht belangrijk? Maak van de rest foto’s of scans, of huur in het uiterste geval een opslagruimte elders; noem het een soort ‘wachtkamer’ of ‘vagevuur’. Bepaal een termijn voor jezelf, waarmee je markeert hoe lang je het dán wilt bewaren.

Je hoeft jezelf eigenlijk maar drie vragen te stellen:
1. Heb ik het nog nodig?
2. Waar wordt het nog meer bewaard?
3. Is het ook digitaal beschikbaar?

Wie heel eerlijk is, kan met die vragen al afscheid nemen van ontzettend veel spullen en documenten. Succes!

Beeld: David Lieberman

maandag 25 oktober 2010

Papier kan óók de mazelen krijgen

De kinderziekte niet – dat is voorbehouden aan niet-gevaccineerde kleuters. De rode stippels, die wel! In een experiment over slim omgaan met je tijd lieten de onderzoekers kantoormedewerkers een rode stip zetten op een document, iedere keer als ze het door hun handen lieten gaan. Het resultaat: papier met de mazelen.

Wie zijn dag opstart met een relatief vol bureau, kan er vast en zeker over meepraten. Je gaat zitten, start je pc of laptop op, en kijkt eens rond. Stapeltjes! Wat was die linker ook al weer? Je bladert er doorheen. Het bovenste… O ja, dat moest je doorlezen en je commentaar aan collega Y. geven. Dat doe je zo wel, eerst even thee halen. Het document eronder… Ja, het memo van HR over je keuzes voor het nieuwe jaar wat arbeidsvoorwaarden betreft. Dat weet je nog niet; eerst maar eens op intranet zoeken of die ‘fiets-van-de-zaak’ nog bestaat en dan zie je wel weer verder.

Het is dat je geen stippen zet, maar anders zou het zichtbaar worden: dat je bij elkaar opgeteld veel, héél véél tijd kwijt bent aan het beoordelen van je eerstvolgende stap bij een document. Om nog maar te zwijgen over het uitstellen van die eerstvolgende stap. Elke keer dat je er naar kijkt, moet je weer bepalen wat je ermee moet doen. En dat kost enorm veel tijd!

Welke methodiek je ook gebruikt bij het slimmer werken; die van Het Betere Werken, Getting Things Done… Allemaal zijn ze er kristalhelder over: Denk Maar Eén Keer Over Iets Na. Bepaal meteen wat je er mee moet doen. Weg? Wegdoen. Doorsturen? Schrijf iemands naam erop en in de uitbak! Vragen aan collega P. hoever hij is met het materiaal voor dit rapport? Doen!

Post-it notes, alom tegenwoordig in kantoren, zijn niet heel verstandig om je acties op te noteren. Om de simpele reden dat ze kwijt kunnen raken, ergens tussen kunnen raken, maar vooral omdat allemaal losse papiertjes in een stapel nu niet bepaald helpen bij het houden van overzicht. Waar ze wel super voor zijn, is om te bepalen wat je eerstvolgende stap is. ‘Lezen’, ‘Collega Y. antwoorden’… Dat soort dingen kun je er snel opkrabbelen, en op het document plakken. Dat scheelt enorm veel ‘processortijd’ in je koppie. Veel mensen zijn visueel ingesteld en sorteren hun werk op die manier. Een stapel met al het langere leeswerk gaat dan bijvoorbeeld mee in de trein.

Vecht tegen de mazelen! Digitale mazelen zijn er ook, trouwens. Mensen genoeg die e-mails drie of vier keer openen voordat ze er actie op ondernemen. Daarover een andere keer meer!

Beeld: welswitch36

Nee zeggen, maar dan anders

Het zijn drie letters, maar voor sommige mensen is het een van de moeilijkste woorden om te zeggen: nee. Nee, ik kan je niet helpen. Nee, ik heb geen tijd om dit voor je op te lossen. Nee. Nee!

Wie in een organisatie werkt met andere mensen, moet informatie uitwisselen. Iets opleveren. Iets maken, bewerken of regelen. Juist in die samenwerking is het van belang dat je duidelijk blijft over wat er mogelijk is en wat je voor iemand anders kunt betekenen. Je hoeft zeker niet altijd te doen wat iemand van je vraagt. Wat wel nodig is, is het managen van andermans verwachtingen: wat kun je wanneer wél doen?

Vaak scheelt het al een heleboel als je vraagt wanneer die ander de informatie nodig heeft. Mensen genoeg die het woord ‘spoed’ voor in de mond hebben, terwijl de soep niet zo heet gegeten blijkt te worden als je even doorvraagt.

Houd jezelf voor dat wanneer je iedereen tevreden probeert te stellen, je uiteindelijk niemand tevreden stelt. Zeker jezelf niet! Wat ook een verleidelijk iets is, is dingen doen (of toezeggen) die niet bij je functie horen, maar die je zelf zo leuk vindt om te doen. Toch nog even meedoen met die brainstorm. Die jongere collega helpen met haar verslag, omdat je ziet dat ze er mee worstelt.

Prima! Extra dingen maken je werk interessanter en zijn een verrijking van je functie – bovendien zullen je collega’s blij zijn met die extra inspanningen. Let wel op dat je die extra dingen niet doet om je eigen kerntaken te ontlopen, of uit te stellen. Wees realistisch over wat je kunt doen in de tijd die je ter beschikking hebt. Op die manier blijft het voor anderen leuk en voor jezelf ook!

Beeld: Uit 'Achterlijke Gladiool! Borduren voor bitches' (Julie Jackson)

donderdag 7 oktober 2010

Valkuil nummer 1 van e-mail

Het lijkt zo voor de hand liggend om te doen, dus doet – bijna – iedereen het: de dag beginnen in je inbox. Want hoe weet je anders wat er in je afwezigheid is gebeurd? Het lijkt zo logisch en toch is het valkuil nummer 1: de dag beginnen met het openen van je mail.

Het meest waarschijnlijke scenario is dat er nieuwe mail is. En dat je die niet alleen gaat lezen, maar ook gaat afhandelen. Voor je het weet is het tien voor elf, heb je nog tien minuten om die vergadering voor te bereiden en is er niets gekomen van een start maken met je voortgangsrapportage – iets dat je je gisteravond nog zó had voorgenomen.

Je dag starten met het afhandelen van de e-mail betekent dat je je inbox bepalend laat zijn in je prioriteiten van de dag. En dat is, uitzonderingen daargelaten, geen handige aanpak. (Wat de uitzondering kan zijn? Iemand die voortdurend bereikbaar moet zijn, zoals een woordvoerder. Iemand wiens functie zo dienstverlenend is voor veel mensen dat binnengekomen e-mails zo snel mogelijk moeten worden behandeld – zoals een medewerker reserveringen bij een hotel, of de staf van een afdelingssecretariaat.)

De tussenvorm, mailtjes openen, bekijken en weer markeren als ‘ongelezen’ is ook geen oplossing. Want je blijft nadenken over dat ene mailtje… Hoe ga je dat aanpakken? Wat had je daar ook al weer voor nodig? Om nog maar te zwijgen over de hoeveelheid tijd die je er mee verspilt, want je moet het later toch nog een keer doen, die mails lezen.

De beste aanpak is: eerst doen wat je die dag wilt doen, of er op zijn minst een flinke start in hebben gemaakt, voordat je kijkt in je inbox. Prik een tijd, bijvoorbeeld half elf, waarop je wel gaat kijken. Laat tot die tijd Outlook gewoon dicht! De melding ‘Ping! Er is een nieuwe e-mail binnengekomen’ met geluidje of envelopje had je hopelijk al eerder uitgezet… Ook die leidt enorm af van de andere werkzaamheden waar je mee bezig bent.

En die collega die om half tien binnenloopt en vraagt of je zijn e-mail nog niet hebt gelezen – die antwoord je gewoon dat je nog met andere dingen bezig bent. Het vergt wat tijd, maar mensen gaan heus wennen aan het feit dat jij niet met ‘kerende post’ alle e-mail beantwoordt. Twee of drie keer per dag je e-mail openen en afhandelen is veel efficiënter! Hoe je e-mail slim afhandelt komt een volgende keer aan bod – ook daarvoor zijn er handige tips en tricks. Werk ze!

Illustratie: m-c

maandag 20 september 2010

Ieder zijn voorkeuren

Hoe je je werk organiseert, is heel persoonlijk. Net zo persoonlijk als de inrichting van je huis. Daarin kun je ook niet stellen dat je iets moét doen. Ben je dol op antieke secretaires met veel vakjes en klepjes? Of ga jij liever voor een strakke designkast van Pastoe? Afhankelijk van je stijl, persoonlijke voorkeur en budget maak je een keuze.

Hetzelfde geldt ook voor het leren organiseren van je werk en je werkplek. Sommige mensen die ik train zijn doodsbang dat ze nu moeten overschakelen op takenlijsten in Outlook en hun geliefde notitieboekje moeten wegdoen. Niets is minder waar! Maar net als een interieuradviseur wijs ik je wel op de voor- en nadelen van wat er mogelijk is, zodat je een betere keuze kunt maken.

Er zijn veel mogelijkheden, waarvan er veel goed werken, zij het niet in elke situatie of elke functie.

Acties noteren op papier is prima, zolang je maar zorgt dat je een goed systeem hebt. Waarin je ook wijzigingen makkelijk kunt opvangen, zonder dat je de hele lijst opnieuw moet schrijven (minus die ene afgeronde actie, die toevallig middenin je lijst stond). Acties in Outlook bijhouden heeft veel voordelen: de samenhang tussen acties blijft bewaard, je krijgt een melding als iets 'over de datum' raakt en je kunt acties makkelijk wijzigen. Maar inderdaad, als je aan de vergadertafel zit heb je je actielijst misschien niet bij de hand, tenzij je een smartphone hebt en dat prettig vindt werken. Afhankelijk van je werkstijl, persoonlijke voorkeur en functie maak je een keuze.

Een vol hoofd voelt als een kamer vol troep en wekt bij mensen ook dezelfde gevoelens op: onrust en onbehagen. Uit je hoofd dus met die acties… Pas dan zie je wat bij elkaar hoort, wat eerst moet - en wat misschien zelfs bij iemand anders thuishoort.

Om even in de kastenmetafoor te blijven te blijven: kiezen welke kast je neemt is persoonlijk, maar we kunnen wel vaststellen dat het überhaupt handig is om kasten in je huis te hebben – dan kun je tenminste iets opbergen. Net als dat we kunnen vaststellen dat het noteren van je acties, en dus het leegmaken van je hoofd, wel een minimale stap is om te zorgen dat je werk georganiseerd blijft. De invulling bepaal je zelf.


Foto: Gaspa

zondag 29 augustus 2010

De professor en de pot

In de dagelijkse mallemolen van werkzaamheden ben je nog wel eens geneigd om uit het oog te verliezen wat écht belangrijk is. Om dat punt onder de aandacht te brengen bestaat er een bekend verhaal over de professor en de pot. De moraal van het verhaal is helder: zorg dat je eerst de belangrijkste dingen een plekje geeft, voordat je afdaalt naar de zaken die minder belangrijk zijn. Voor wie het nog niet kende… Hier het verhaal.

Een professor stond in de collegezaal en bekeek de studenten die zijn filosofieles kwamen volgen. Voor hem, op zijn lessenaar, stonden een aantal attributen. Toen hij zijn les begon, pakte hij zonder te spreken een grote lege glazen mayonaisepot en begon deze te vullen met knikkers.
Toen er geen knikker meer bij kon, vroeg hij zijn studenten of de pot vol was. Ze beaamden dat het zo was. Toen pakte de professor een doos met kraaltjes. Hij schudde voorzichtig de kraaltjes uit de doos, zodat de kraaltjes de open ruimtes tussen de knikkers opvulden. Opnieuw vroeg de professor of de pot vol was. De studenten waren het met elkaar eens dat de pot nu echt vol was.

Toen pakte de professor een doos met schelpenzand en goot het zand in de pot. Uiteraard vulde het zand alle laatste kleine gaatjes tussen de kraaltjes op. De professor vroeg opnieuw of de pot nu vol was. Unaniem antwoordden de studenten met een volmondig 'ja'. De professor bukte even en haalde onder zijn lessenaar een kan water te voorschijn. Hij goot het water in de pot waar het alle ruimte tussen de zandkorrels opvulde. De studenten begonnen te lachen.

“Kijk”, sprak de professor toen het gelach verstomde, “de glazen pot is een metafoor voor jullie leven. De knikkers staan voor alle belangrijke dingen in het leven, je familie, je kinderen, je vrienden, je passies, alle dingen die zin en invulling geven aan jullie levens als al het andere verdwenen zou zijn. De kraaltjes zijn alle andere dingen die voor jullie van belang zijn, zoals bijvoorbeeld je baan, je huis, je auto. Het zand is al het andere, zaken die er niet wezenlijk toe doen.”

Hij vervolgde: “Als je begint de pot te vullen met zand, is er geen plaats meer voor de knikkers of de kraaltjes. Zo is het natuurlijk ook in het leven. Als je al je tijd en energie besteedt aan de kleine, onbelangrijke zaken, dan zal er nooit plaats en ruimte zijn voor de dingen die belangrijk voor je zijn. Besteed aandacht aan de dingen die essentieel zijn voor je geluk. Speel met je kinderen. Besteed aandacht aan je gezondheid. Neem je partner mee uit eten. Ga nog even lekker sporten of wandelen in het bos of langs het strand. Er zal altijd genoeg tijd overblijven om het huishouden te doen of om de kozijnen te schilderen. Besteed eerst aandacht aan de knikkers, aan de dingen die er echt toe doen. Bepaal je prioriteiten. De rest is alleen maar zand.”

Een wijze les! Hetzelfde geldt voor je werkzaamheden. Het is soms zo prettig om je te storten op de kleine, makkelijke taakjes die je snel voldoening geven. Natuurlijk is het fijner om tien dingen van je actielijst te kunnen strepen dan maar één. Kijk wel goed naar het verschil tussen je taken en laat je niet alleen door urgentie leiden, maar ook door belang. Wat maakt een echt wezenlijk verschil in je werk en brengt je vooruit? Juist die taak hoort prioriteit te krijgen.


Foto: Razvan Radu

vrijdag 6 augustus 2010

Ruimte maken

Ruimte maken in je dag is belangrijk. Als je zoveel afspraken hebt dat je geen tijd hebt om je werk tussendoor te doen, is er iets mis met je werkschema. Minstens zo prettig is het om ruimte te maken op je werkplek. Het ‘paperless office’… Dat gaat echt niet meer gebeuren. Maar papierarm is wel prettig! Vier simpele maatregelen om te zorgen dat je werkplek een prettige plek is om te doen waarvoor je nu eenmaal betaald wordt.

1. Kijk kritisch naar de plek waar je computer en beeldscherm staan opgesteld. Staan ze daar omdat je kabels nu eenmaal daar zijn aangesloten en ze zo kort zijn – of zo dichtgetimmerd in kabelgoten – dat het niet anders kan? Misschien is een andere plek wel beter. Vaak bestaan bureaus uit twee delen werkblad van verschillend formaat. Vrijwel standaard wordt de pc op het lange gedeelte geplaatst; het korte gedeelte lijkt een niet helemaal volwaardig stukje werkplek. Terwijl het veel praktischer is om je pc op het korte gedeelte te plaatsen, zodat je veel ruimte hebt om bijvoorbeeld te schrijven, dingen op te zoeken in mappen of in je aantekeningen. Let wel op de lichtinval; je moet je pc niet zo zetten dat je de hele dag tegen fel licht inkijkt.

2. Waar staat je telefoon? Het lijkt een no-brainer en toch zie ik zo vaak linkshandige mensen met een telefoon rechts van hun pc, of mensen met een telefoon die helemaal achteraan op hun werkblad staat. Kies een plek die prettig belt, en zodat je liefst ook nog kunt schrijven terwijl je telefoneert (en dan niet op een klein kladje, in de paar decimeter tussen toetsenbord en scherm!)

3. Zet dichtbij wat je veel gebruikt, en vice versa. De perforator die je eens in de maand gebruikt… In de kast! Je voorraad visitekaartjes… In je la, dat heeft geen zin op je bureau! Een telefoonlijst, een veelgebruikt handboek, je notitieblok vol acties – allemaal dingen die voor het grijpen moeten staan. Maak je bureau gewoon eens helemaal leeg en begin bij nul: wat heb ik nou echt binnen handbereik nodig?

4. Kijk ook naar de sluipmoordenaars-van-de-werkruimte: snuisterijtjes, grappige cartoons en leuke foto’s zijn de toppers daarin. Natuurlijk hoeft je werkplek niet leeg te zijn en mag je best een persoonlijke noot daarop hebben staan – even aannemend dat je niet werkt in een concept waarbij je voor je verschillende werkzaamheden van werkplek wisselt. Maar kijk kritisch en schoon je magneetbord of prikbord regelmatig op. Digitale foto’s: weg met het vergeelde printje, die heb je ook in je pc. Leuke gadgets, stressballetjes of andere snuisterijtjes: laat de drie leukste blijven, de rest neem je mee naar huis voor de kinderen (of de kringloop).

Nat doekje over je werkplek en toetsenbord… En je kunt de dag weer fris beginnen!




Foto: JanetF

vrijdag 30 juli 2010

Grip op je privépost

Fysieke post valt steeds minder vaak op de mat, maar helemáál verdwenen is het echt niet. Er blijft van alles binnenkomen. Om te zorgen dat lege enveloppen, bankafschriften, belangrijke papieren en reclamefolders niet door elkaar raken, is er maar één remedie: selecteren aan de poort.

Dat betekent dat je bij het openmaken van je post meteen moet besluiten wat je er mee moet doen. Net als op je werk eigenlijk – daarover in een ander blogverhaal meer. Maak vier stapels:
1. Oud papier. Spreekt voor zich: meteen alle enveloppen, reclamefolders die niet interessant lijken… Ruimt lekker op.
2. Bewaren. Daar leg je alles op wat geen actie van jouzelf vraagt, maar wel bewaard moet blijven. Bijvoorbeeld bankafschriften, salarisstroken en ander papierwerk van officiële instanties.
3. Lezen. Deze stapel kan je tijdschriftenbak in! Tijdschriften natuurlijk, maar ook ander leesvoer. Heb je wat tijd? Kijk dan kritisch naar je huis-aan-huisblad of het blad van je ziektekostenverzekeraar en scheur alleen die artikelen eruit die je echt aanspreken. De rest kan dan bij het oud papier. Heb je geen tijd? Al het leesvoer gewoon op een stapel; uitzoeken komt later wel.
4. Actie! De belangrijkste stapel. Hierop leg je alle papieren die om een actie vragen. Te betalen rekeningen natuurlijk (liefst samen in een doorzichtig mapje, dan zie je niets over het hoofd) en post die je moet beantwoorden. Hierin leg je ook dingen die meer tijd nodig hebben dan dat moment dat je aan de keukentafel ervoor hebt. Bijvoorbeeld informatie over je spaarloonrekening waarvan je nog niet hebt besloten of je je tegoed opneemt.

Je papierwerk verder verwerken kun je handig doen door drie bakjes te gebruiken.

Bovenop komt alle actie-post; het belangrijkste en dus het meest in het zicht. In het midden leg je dingen die je aandacht nodig hebben, maar niet meteen. Bijvoorbeeld iets waarover je nog vragen verwacht, of een informatiebrief over de afspraak bij de specialist waar je volgende maand naar toe gaat. Onderop leg je alle bewaarpost.

Is dat bakje vol? Pak de stapel op en breng het naar je ‘permanente bewaarplek’. Dat kan een kast met archieflades zijn, een ordner, een verzameling hangmappen… Welk systeem je aanhoudt is persoonlijk, zolang je het maar kunt terugvinden!


Foto: loop_oh

donderdag 29 juli 2010

Vooruitkijken naar de dag van morgen

Aan het einde van een werkdag heb je veel aan je hoofd - de files bijvoorbeeld. En had je dat vlees voor vanavond nu ontdooid? Niet vergeten om vanavond je moeder te bellen over die verjaardag van oma. En verdorie, nu is het vandaag weer niet gelukt om een opzet te maken voor dat rapport!

Toch is er aan het einde van een werkdag ook iets anders belangrijk: de volgende werkdag. Los van het feit dat het voor de schoonmakers fijn is als je werkblad leeg is ’s avonds, is het vooral ook een genot om ’s morgens aan een opgeruimd bureau te gaan zitten.

Probeer daarom aan het einde van de dag een kwartier in te ruimen om vooruit te kijken naar de dag van morgen. Wat voor afspraken heb je? Heb je alles dat je daarvoor nodig hebt? Wat ga je ruwweg doen met je dag morgen?

Stuk voor stuk vragen die je óók ’s morgens kunt stellen, en er dan een antwoord op vinden. Maar het is prettig beginnen als je overzicht hebt over je dag. Heb niet de illusie dat je hem helemaal kunt plannen, want dat kan niet. Als je maximaal zes uur van een achturige werkdag kunt plannen is dat al een absoluut efficiency-record; al hangt het af van het soort werk dat je doet.
Toch zal het je een prettiger gevoel geven wanneer je start met overzicht. Probeer het zelf!



Foto: Gerlos

zondag 30 mei 2010

Parkinson, maar dan anders


De ziekte van Parkinson is heel iets anders dan de Wet van Parkinson. Die laatste geldt als volgt: een taak duurt net zo lang als de tijd die er voor beschikbaar is. Een doordenker? Jazeker.

Wanneer je je voorneemt om na de lunch een start te maken met dat lastige stuk waar je al tijden tegenaan hikt, is dat op zich een uitstekend voornemen. Gewoon doen. Beter is wel om voor jezelf ook af te spreken tot wanneer je dit gaat doen. ‘Na de lunch’ is een ruim begrip. Je maakt een ruwe opzet voor de inhoud, schrijft een stuk van de inleiding, wikt en weegt over de beste manier om je boodschap te formuleren… Alle kans dat je tegen vieren opkijkt en merkt dat je drie uur verder bent. Met twee A4-tjes tekst, waarmee je niet onverdeeld gelukkig bent. (Nog afgezien van alle telefoontjes tussendoor, die je blij aanneemt – afleiding!) Hoe kan dit anders?

Geef jezelf een eindtijd. Een eindtijd betekent een finish, een finish betekent concentratie. Geef jezelf een – ongestoord! - uur om in elk geval de opzet voor de inhoud klaar te hebben, zodanig dat je er ook echt tevreden mee bent. Vervolgens kun je dan weer verder met andere zaken die niet zoveel energie kosten.

Eigenlijk geldt het voor alle dingen waar je tegenop ziet: geef jezelf kleine deadlines. Liever op een ochtend drie keer een half uur aan drie K-klussen besteed, dan jezelf verliezen in wat er ook maar langskomt zónder voortgang op die K-klussen.

Want dingen onderop je stapel werkdocumenten leggen is net als je schone kleren weer in de was gooien omdat je geen zin hebt om te strijken. Vroeg of laat zul je het toch moeten doen. En als je er voortgang in hebt gemaakt werkt dat enorm motiverend. Liever voldoening uit een deel dat af is, dan iets dat steeds aan je ‘knaagt’. Succes!

woensdag 19 mei 2010

Op zoek naar geld


Gebruik maken van aanbiedingen bij de supermarkt is altijd verstandig. Toch zijn er grotere vissen te vangen als het gaat om slim met je geld omgaan. Het begint met een overzicht van je geldstromen: wat komt er binnen en waar gaat het naartoe?

Een kasboek bijhouden kan eenvoudig op de computer, desnoods in een Excelbestand. Wil het handiger aanpakken, dan kun je kiezen voor de producten van het Nibud (www.nibud.nl) of je informatie delen met sites als www.planjebudget.nl. Die vergelijkt jouw uitgavenpatroon met dat van mensen in een vergelijkbare situatie (qua leeftijd, gezinssamenstelling en inkomen).

Vijf praktische tips om verdere besparingen te realiseren:
1. Scroll elke maand kritisch door alle afschrijvingen. Met online bankieren gaan je geldstromen geruisloos naar buiten. Krijg je geen afschriften meer? Download dan op de website van je bank regelmatig alle af- en bijschrijvingen die op je rekening plaatsvinden. Welke machtigingen voor abonnementen of donaties lopen er eigenlijk? Sta je daar nog steeds achter, of kunnen ze worden opgezegd?
2. Spaar de kinderbijslag in plaats van hem op de grote hoop te gooien. Mits dat financieel mogelijk is, is het slim de kinderbijslag op een aparte rekening binnen te laten komen, in plaats van op de huishoudrekening. Bijvoorbeeld op de spaarrekening van je kind. Dan hoef je zelf geen spaarregeling te treffen en loopt het bedrag op die rekening toch gauw op. Dit kun je het beste zo vroeg mogelijk starten, zodat je niet gewend raakt aan het bedrag. Het rekeningnummer aanpassen kan met een mutatieformulier; dat vind je op www.svb.nl.
3. Verhoog je maandelijkse spaaropdracht zodra je salarisverhoging krijgt. Net als tip 2: wat je niet hebt, mis je ook niet.
4. Ga een specifieke munt sparen, bijvoorbeeld de munt van 2 euro. Haal ze consequent uit je portemonnee en stop ze in een potje in de keuken of woonkamer. Aan het einde van de maand doe je – of koop je – iets leuks van dit geld.
5. Een beruchte ‘leegloper’ zijn de tankstations. Het is o zo verleidelijk om wat uit de schappen te graaien als je toch in de rij staat. Dat de prijzen veel hoger liggen dan in de supermarkt neem je op dat moment op de koop toe, maar je snijdt jezelf in de vingers. Bedenk wat het is dat je regelmatig koopt bij tankstations (Autodrop? Kauwgom? Kleine flesjes cola light?) en sla het voordelig in bij de supermarkt. Leg natuurlijk wel een voorraadje in je auto, anders los je het probleem niet op!

zondag 16 mei 2010

Van harte gefeliciteerd met je verjaardag


Enig idee waarom de verjaardagskalender in talloze gezinnen op de wc hangt? Heel simpel - om vaak gezien te worden, zodat je de verjaardag van tante Georgina of de trouwdag van je ouders niet vergeet.

Hetzelfde principe geldt trouwens voor de huishoudkalender. Kies een plaats waar je vaak staat en de kans groot is dat je hem ziet, bijvoorbeeld naast de koelkast. Een vluchtige blik kan genoeg zijn: was er vandaag nog iets dat moest gebeuren?

Wie gaat voor het attente imago en verjaardagskaarten wil sturen, kiest daarvoor een eigen systeem. Houd je van online kaarten, maak dan een keuze uit de e-card aanbieders en vul daar een digitale verjaardagskalender in. De reminder komt dan per mail naar je toe (als Hyves je er al niet op heeft gewezen). Natuurlijk kun je ook kiezen voor een generieke website, zoals www.verjaardagskalender.nl.

Ben je niet zo van de online felicitaties, koop dan een stapeltje kaarten en postzegels - dan zit je voorlopig niet zonder. Voor het overzicht kun je volstaan met een ‘echte’ kalender van papier.
Vul je kalender één keer goed in, met voor- en achternaam en geboortejaar. Zo mis je geen bijzondere mijlpalen, en stuur je geen Winnie de Poeh-kaart naar je nichtje van dertien. Hang hem vlakbij je huishoudkalender. Ben je bang dat je niet zult kijken? Loop hem dan eens per maand door, en schrijf op je huishoudkalender ‘kaart Esther’ op de dag vóórdat ze jarig is.

Dat kaartje is snel genoeg geschreven. Merk je dat je er toch te weinig tijd voor neemt? Ga er dan een keer voor zitten en schrijf verjaardagskaarten vooruit, voor een aantal weken bijvoorbeeld. Dan liggen ze klaar en hoef je ze alleen nog maar in de brievenbus te mikken als het zo ver is. Klaar!

maandag 3 mei 2010

Eet wat je koopt en koop wat je eet


Voorraadkasten… Een bron van ergernis voor veel mensen. Waarom heb je destijds in hemelsnaam die drie potten Chicken Tonight gekocht, toen ze in de aanbieding waren? Dat vond je in de jaren ’90 al een matige saus voor over de kip. En toen je vanavond pasta nodig had, bleek je van drie soorten nog een handjevol te hebben. Natuurlijk allemaal met een verschillende kooktijd om al dente te raken. Linksachter staat een blikje ananasschijven op sap: over de datum natuurlijk. Zo kunnen we nog wel even verder gaan!

Het geheim van een voorraadkast-die-zin-heeft: eet wat je koopt en koop wat je eet.

Stap voor stap betekent dat:
1. Haal alles uit je voorraadkast. Gooi weg wat een verstreken houdbaarheidsdatum heeft. Wees ook kritisch op eeuwige achterblijvers: dat potje bruinroze paté uit je kerstpakket van vorig jaar ziet er niet smakelijk uit. De kans is dan ook klein dat je het ooit gaat eten. Weg ermee!
2. Sorteer wat overblijft in groepjes. Bijvoorbeeld Italiaans eten (pasta, tomatenpuree en sauzen), Aziatisch eten (noedels, rijst, kruidenmixen, kroepoek) en makkelijk eten (zoals soep, knakworstjes, Wereldgerechten).
3. Kijk welke maaltijden je hiermee kunt samenstellen en maak hier een lijstje van. Noteer op een boodschappenbriefje welke – verse – ingrediënten er nodig zijn om je maaltijden compleet te maken. Zo heb je de komende week tegen relatief weinig kosten je avondeten geregeld en raakt je kast ook weer wat leger.
4. Bekijk wat je regelmatig eet; leg daarvan een kleine voorraad aan. Zorg dat je van je lievelingsmaaltijden altijd een basisvoorraad hebt. Die lekkere pastasaus bijvoorbeeld, of tortilla pannenkoekjes als je houdt van Mexicaans eten.

Aanbiedingen in de supermarkt zijn verleidelijk, maar zorgen ook voor kastvervuiling. Vraag jezelf bij elke aanbieding af of je het écht gaat opeten/opdrinken. Of komt je koopimpuls ergens anders vandaan? Misschien vanuit het idee ‘dit koopje moet ik niet missen’.

Dat betekent dat je supermarkt een goede marketeer in dienst heeft, maar laat je niet gek maken. Houd je bij de producten die je ook echt gaat consumeren. Dat scheelt niet alleen een volle voorraadkast, maar ook nog eens een smak geld.

Foto: Flickr.com/kattebelletje

donderdag 29 april 2010

Jezelf online verliezen


Voor wie een béétje online is, moet het geen onbekend verschijnsel zijn: jezelf online ‘verliezen’. Na het eten ga je nog even je mail checken. Leuk, een update van het weblog van vriendin A. die door Zuid-Amerika trekt! Even lezen en een reactie plaatsen. H&M stuurt je hun nieuwsbrief, waarin staat dat je 25% korting krijgt als je vóór overmorgen iets bestelt. Je grasduint door de collectie in hun webshop. Maar wacht, staan er niet zat goedkopere kindervesten op Marktplaats? Even snuffelen maar. En nu je toch op Marktplaats bent… Die hometrainer moet er echt eens opgezet worden, want die staat te verstoffen in de logeerkamer. Even een foto opzoeken, want om dat ding nu goed te fotograferen tussen al het strijkgoed…

Ondertussen wachten er ook nog tig meldingen van LinkedIn. Waarin je leest wie zijn status heeft geüpdate, welk evenement er wordt georganiseerd of dat Pieter uit je netwerk zo’n interessant artikel heeft gelezen over social media. Je klikt door om te kijken wat hij bedoelt. Nu je op LinkedIn zit, valt je op dat Pieters profiel er veel beter uitziet dan het jouwe. Toch maar eens even je profiel bijwerken!

Ter inspiratie kijk je even bij andere mensen in je netwerk. Hoe hebben zij het gedaan? Hé, Marja heeft een nieuwe profielfoto. Wat kijkt ze streng! Je stuurt haar even een mailtje om te vertellen dat die foto echt niet kan. Marja is toevallig online en mailt je meteen terug om te vragen of de barbecue van volgend weekend nog doorgaat. Da’s waar! Verdorie. Even naar Albert.nl om de inkopen te doen, want je weet nu al dat je geen tijd hebt om de dag van tevoren te gaan shoppen.

En voor je het weet roept manlief van beneden dat Pauw & Witteman begint. Kom je ook kijken?

Hoe vaak telt bovenstaand stukje het woordje ‘even’? Maar liefst acht keer. Samen goed voor dik anderhalf uur surfen. Gezellig en nuttig tegelijk, maar soms zo tijdvretend dat je niet zou weten hoe je ook nog Twitteren in je dagelijkse routine zou moeten passen. Iets dat je toch zo interessant lijkt. Hoe doen anderen dat?

Internet kan tijd schelen, maar ook kosten. Wees je bewust van de tijd die je aan het scherm doorbrengt en maak keuzes. Merk je zelf dat je werk en privézaken door elkaar gaat doen, dan kan dat een teken va uitstelgedrag: je wilt dat stuk eigenlijk niet afmaken, dus zoek je naar alternatieven. Wees eerlijk tegenover jezelf en houd in de gaten of je je tijd nog besteed zoals je graag zou willen. Loopt het de spuigaten uit? Zet in je mobiel een alarm dat over een uur afgaat en geef jezelf de tijd om in dat uur te klikken op alles dat je interessant lijkt. Na dat uur is het pas op de plaats en vraag je jezelf af: wat wilde ik vandaag eigenlijk realiseren? Wat moet er in elk geval gebeuren?

Dergelijke kleine ‘deadlines’ kunnen je helpen om je tijd effectief te besteden en een beter onderscheid te krijgen tussen wat gewoon leuk is, en wat ook nog nuttig is. Surf ze!

woensdag 28 april 2010

Binnenlopen op de vrijmarkt


Eén op de vijf Nederlanders wil graag binnenlopen op de Vrijmarkt, bericht RTL nieuws (http://bit.ly/aA8A1L). En men verwacht ongeveer 86 euro te verdienen. Natuurlijk altijd meegenomen, maar waar je het meeste van profiteert is de ruimte in je huis. En in je hoofd.

Ook in ons huis is de bezem er vandaag weer eens flink doorgegaan. Oudste wil graag geld verdienen en gaat kritisch door zijn lades en bakken: wat kan er weg? Pokémon, ooit een diepteinvestering geweest, van kaarten tot figuurtjes - het boeit hem nog nauwelijks. Alles bijelkaar geveegd, geprijsd en klaargezet.

Vooral voor kinderen is de Vrijmarkt een aantrekkelijk moment om zelf geld te verdienen met spullen waar ze niet meer mee spelen. Je kunt ze stimuleren om er iets mee te doen, zelfs al hebben ze geen enorm aantrekkelijke waar: laat ze deze dingen inpakken in krantenpapier en er een grabbelton van maken. Grabbelen voor tien cent! Dat levert vast wel iets op. In het verlengde daarvan ligt het limonadekraampje, altijd een succesnummer... Limonade voor 20 cent. Bak er koekjes bij, om het assortiment compleet te maken.

Grootste gevaar? Tien euro verdienen, en met een tas vol ter waarde van twaalf euro weer thuiskomen... Maar hoe dan ook, een leuke dag gehad!

Waar bewaar ik dit?

Als je tien bureaus goed bekijkt, vind je op acht van de tien bureaus spullen die de eigenaar maar zelden gebruikt. Een perforator staat vaak prominent in beeld – terwijl die maar eens in de twee maanden wordt gebruikt. Een doosje vol eigen visitekaartjes staat te verstoffen onder de monitor – maar ik moet de eerste keer nog meemaken dat ik, zittend aan mijn eigen bureau, een langslopende onbekende mijn visitekaartje geef. In de la ermee!

Een vuistregel voor werkplekken is om dichtbij te bewaren wat je veel gebruikt, en vice versa. Dat rijtje woordenboeken en stijlboeken ziet er professioneel uit. Gebruik je ze ook regelmatig? Of is dat te verwaarlozen? Zet ze in de kast, dat levert meer ruimte op je werkblad op. Of nog beter: kies voor goede online alternatieven, zoals www.onzetaal.nl en www.mijnwoordenboek.nl. In veel gevallen is dat een prima oplossing voor je vraag of dilemma – en vaak nog actueler ook.

Thuis werkt het op dezelfde manier: dingen bewaren op de plek waar je ze gebruikt. Soms is het ook juist het slim kiezen van de plek die zorgt dat je iets vaker gaat gebruiken. Zo moest ik van de tandarts meer flossen en tandenstokers gebruiken. Na het tandenpoetsen ’s avonds vergat ik het maar liever; ik dook liever mijn bed in. Met als gevolg na een half jaar weer een standje van de tandarts. Gelukkig zag hij dit vaker en had hij een gouden tip: bewaar ze op een plek waar je er tijd voor hebt. Dat werd dus in mijn nachtkastje!

Als ik nu ’s avonds in bed televisie kijk of een boek lees, is er alle tijd om even rustig te flossen. Hetzelfde geldt voor uitgebreid je gezicht schoonmaken en verzorgen. Sinds ik die spullen in een mandje naast mijn bed heb liggen in plaats van in de badkamer, neem ik meer tijd voor deze handelingen dan wanneer ik dat op de badmat voor de spiegel moet doen.

Denk dus na over waar je iets veel gebruikt (of veel zou gebruiken), en pas daar je omgeving op aan. Zo maak je het jezelf een stuk makkelijker!

Toon mij uw boekenkast...


… En tien tegen een dat er een heleboel ongelezen boeken in staan, of in elk geval boeken die letterlijk al jaren niet zijn ingekeken. Het vreemde met boeken is dat mensen het ontzettend moeilijk lijken te vinden om er afstand van te doen. Gevolg is dat ze ze gewoon allemaal bewaren, wat leidt tot meters planken en twee rijen dikke stapels stofnesten. Uitstekend voor IKEA’s omzet op Billy boekenkasten, maar niet voor je ruimte.

Voel je niet verplicht om een boek te kopen ‘omdat iedereen het leest’, of ‘omdat wel drie collega’s zeiden dat dit een meesterwerk is’. Het aantal Harry Potterboeken op aarde overstijgt inmiddels het aantal bijbels, maar er zijn nog steeds legio mensen niet te porren voor de avonturen van deze tovenaarsleerling.
Dat boek van Gabriel Garcia Márquez dat je schoonzus zo’n aanrader vond maar waar jij al maanden tegenaan hikt… Laat het los. Literatuur in je kast is prima, als je er ook echt van houdt en ervan geniet om het te lezen. Niet omdat je denkt dat het een goede indruk maakt op je bezoek, of omdat je nu eenmaal toegezegd had naar die leesclub te gaan.

Kies een regenachtige zondagmiddag en haal alle boeken uit je kast. Maak stapels: sorteer boeken in stapels die jouw mening over het boek weerspiegelen. Lees je het nog een keer, denk je? Of was het eigenlijk een dun plot en trekt het je niet meer? Wees realistisch en eerlijk tegen jezelf. Die zeven dikke pillen ga je écht niet lezen in de komende zomervakantie, als je het eigenlijk gewoon heerlijk vindt om op Schiphol een paar thrillers aan te schaffen voor aan het zwembad.

Weggooien is zonde, ook hier. Voor wie wat geduld heeft en moeite wil doen is er een prachtige uitlaatklep te vinden op www.bol.com. Je kunt hier, door eenvoudig de ISBN-nummers van je boeken in te tikken en een verkoopprijs te noemen, snel een eigen tweedehands winkeltje openen. Bezoekers van de site kunnen bij de titels kiezen tussen een nieuwe bestellen of kijken bij (jouw) tweedehands boeken. Zo levert je stapel je geen schuldgevoel meer op, maar ook nog wat inkomsten. Een ‘quick fix’ kan ook: breng je overtollige boeken naar De Slegte. Dat levert wel een stuk minder op, maar je bent er meteen vanaf en hoeft niet apart boeken te versturen naar Groningen of Tietjerkstradeel. Boeken die nog als nieuw zijn kunnen ook dienst doen als cadeau.

Je zult merken dat die lege planken ook meer rust geven. Nee, je hoeft Het Diner van Herman Koch niet te lezen als het je eigenlijk minder trekt dan je dacht. Lezen moet leuk blijven!